Op onze wandeling van Kampen naar Genemuiden komen we In Grafhorst (km 254). Daar zien we een monument voor de bemanning van een Australische Lancaster bommenwerper die op 13 juni 1943 is neergeschoten en in Ganzendiep is neergestort. Zes bemanningsleden zijn hierbij omgekomen. Eén bemanninglid heeft het overleefd, een Canadese boordschutter. Wat zou er met hem gebeurd zijn?

Sergeant John Cornish geeft zelf  het antwoord: “Nadat we beschoten waren en ons toestel in de brand stond, gaf de piloot opdracht het vliegtuig te verlaten. Ik landde in een weiland en zag het vliegtuig in het water terecht komen. Mijn gezicht was verbrand en ik kon niet lopen. Ik sneed mijn parachute los en goot gecondenseerde melk over mijn gezicht. Toen ben ik naar een boerderij gekropen. Daar heeft een boer en zijn twee zonen mij geholpen. Heel gek, maar ik herinner mij nog dat ik 14 paar klompen zag staan.”  Inmiddels waren de Duitse militairen op zoek naar overlevenden van het neergestorte vliegtuig. Om de boeren niet in gevaar te brengen besloten John en de plaatselijke dokter dat het, gezien zijn verwondingen, beter was om hem aan te geven. Uit andere bronnen weten we dat Cornish naar het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam is gebracht en daar een aantal weken heeft gelegen. Na zijn herstel is hij als krijgsgevangene naar Duitsland gebracht. Na de bevrijding is hij teruggegaan naar Canada. Hij heeft altijd contact gehouden met de familie die hem verzorgd heeft. In 1985 heeft John Cornish nog een bezoek aan Grafhorst gebracht.