Helse tocht door Leudal
Door een wandelgidsje bladeren, een route uitkiezen, een rugzakje om de schouders hangen en de wandelschoenen aantrekken. Eerlijk is eerlijk, ik heb het deze afgelopen weken toch wel erg gemist. Maar nu gingen we weer. Met mijn lief reed ik naar het Leudal, we hadden onze zinnen gezet op een Trage Tocht door het Limburgse beekdallandschap. Dertien kilometer, met kwelmoerasjes en elzenbroekbos, hellingen met loofbossen en varens, en niet te vergeten de kans om een ijsvogel te spotten. Wat wil je nog meer?
Een parkeerplaats met drie auto’s. Bermen met bloeiende bloemen. Een oude watermolen. Over een smal, kronkelend paadje langs een net zo smalle, kronkelende beek liepen we het bos in. Al snel hoge, steile oeverwanden waar we best eens die ijsvogel zouden kunnen zien. “Zullen we even gaan zitten en kijken”, stelde ik voor. Alhoewel? Was het wel een goed idee? Steekmuggen zoemden om mijn hoofd. “Absoluut niet”, reageerde mijn lief en hij mepte zichzelf met onze wandelgids op zijn bovenbeen. Hij is, zo weten we allebei, altijd een stuk aantrekkelijker voor alles wat steekt, hapt en prikt.
Voort
Dus marcheerden we door, in steeds hoger tempo. Door het bos, langs opgedroogde poelen, langs velden met varens en veel andere dingen waar we geen oog meer voor hadden. Van een Trage Tocht was geen sprake meer. Voort ging het. Zwermen muggen cirkelden met jankende gezoem om ons heen. Ze staken waar ze maar steken konden. De eerste bulten verschenen, vooral de blote kuiten moesten het ontgelden. We sloegen met zinloze gebaren om ons heen, de muggen waren niet van de wijs te brengen.
Een bruggetje. We keken op de kaart. De route slingerde van de Zelsterbeek naar de Leubeek en de Tungelroyse beek. Daartussen, vermoedden we, de door de routemaker genoemde moerasjes en elzenbroekbossen. We wisten genoeg. We kozen voor het hazenpad; rechtsaf over het brede zandpad zo snel mogelijk terug naar de parkeerplaats.
Zonnen
En precies daar lag ze te zonnen. Heerlijk in het warme zand, midden op het pad. Een prachtige, kleine, glanzend bruine hazelworm. Een worm die geen worm is en ook geen slang, maar eigenlijk een soort hagedis. We stopten, we konden niet anders, en keken naar het kleine lijfje dat lag op te warmen, dat even naar ons keek en toen langzaam slingerend weggleed in het hoge gras naast het pad. Het was een Trage Tocht om niet snel te vergeten.
Ook in het Leudal wandelen? Ga naar de Trage Tocht Leudal.