Rennend buitenspelen in het Limburgse Heuvelland
In de COVID19-tijd zochten we een nieuwe uitdaging. We besloten een meerdaagse tocht te gaan rennen, met onze spulletjes in een klein rugzakje. Hoe top zou het zijn om te gaan rennen en drie dagen later een 90 tot 100 kilometer verder te zijn? De route was snel gevonden: het Krijtlandpad, door het prachtige heuvelland in Limburg. Dit lijkt het meest op de bergen en is een bewegwijzerde route.
Met drie trailvriendinnen fantaseerden we regelmatig over wedstrijdjes of een meerdaags trailfestijn in het buitenland. We deden in 2017 mee aan een trailwedstrijd in de Dolomieten en gingen in 2020 met z’n drieën op trailvakantie in het Zwitserse Engelberg. In plaats van wandelen, renden we over de paden. Dit heet trailrunning. Het gevoel van vrijheid is enorm, het voelt als buitenspelen in de natuur.
Een eerste overnachtingsplek langs het Krijtlandpad was snel gevonden en geboekt. Domein Holset, een van de wijndomeinen van Limburg. Al regelmatig getipt en 'voorgeproefd' door Sylvia, een van ons drieën. We verheugden ons er enorm op daar rennend aan te komen! Daarna was het even rekenen: om de route in drie gelijke delen op te knippen zouden we starten in Berg en Terblijt, vlak bij Maastricht. De tweede nacht konden we het beste overnachten in Noorbeek. Ook daar vonden we snel een mooie B&B, de Walnutlodge. We prikten een weekend en reserveerden de accommodaties.
Trailrugzakje
Zoveel kilometers rennen moet je wel trainen. Met een datum in het vooruitzicht, is dit relatief makkelijk. Je bouwt rustig op, doet steeds meer kilometers per keer en in de week. We deden dat elk op onze eigen manier, met eigen frequentie, afstanden, hartslag en terrein. Een van de mooiste trainingen was de Schoorlse Duinentrail van MudSweatTrails, een pittige oefening met veel hoogtemeters en zand. Intussen kochten we alle drie een trailrugzakje, een lichtgewicht rugzak waar je me kunt rennen. Dit om water, wat eten, hardloopspullen, kleding voor 's avonds, toiletartikelen en een e-reader mee te kunnen nemen.
Geen smoesjes
Het vertrek was best spannend. Je hebt geen idee of het te doen is en hoe je lichaam reageert. In de trein naar Maastricht zetten we onze route op onze telefoon en praatten we onszelf moed in. Bij het vertrekpunt bleven we dralen; nog een koffie, toch nog een broodje kopen, trui aan/uit, sanitaire stop, check van rugzakje. Toen er geen smoesjes meer waren, vertrokken we met een korte juichkreet. Het voelde gelijk fantastisch om door de heuvels te mogen rennen, een ultiem gevoel van vrijheid.
Vanaf het begin was de route prachtig. We moesten even aan de routeaanduidingen wennen (kostte een paar kilometers), maar renden we al snel als volleerde trailrunners door het Heuvelland. Heuvel op was hard werken, heuvelaf voelde alsof je vleugels had. Regelmatig stopte een van ons drieën even, om een prachtig uitzicht te bewonderen, een orchidee aan te wijzen of een foto te maken. Het voelde alsof je onderdeel bent van de prachtige natuur, door met nauwelijks spullen te rennen over het schitterende, grotendeels onverharde, pad. Een ‘bad in het bos’ nemen, zeggen ze in Japan. Voor ons was het niet alleen gelukzalig en helend, maar vooral ook een vrolijk en spetterend bad. Mede dankzij de prachtige route was het rennen echt een feest.
Omdat we geen haast hadden, stopten we regelmatig voor wat drinken en eten. Al snel ontdekten we dat het goed werkte als we onszelf bij een specifiek aantal kilometer een pauze gunden. Zo renden we op dag twee dapper door naar het terras van het Hijgend Hert, terwijl we eigenlijk al eerder trek hadden. De vlaai en buitenhaard bij het Hijgend Hert zullen we niet snel vergeten, wat was dat genieten!
Hoogtepunten
Onderweg kwamen we vele hoogtepunten tegen. Het letterlijke hoogtepunt is het Drielandenpunt, ook het hoogste punt van de route. Er zitten ruim 1100 hoogtemeters in de route. Bij hele steile stukken liepen we in stevig wandeltempo, dat was een tip van onze trainer, Gert-Jan van RunXperience. Dan blaas je jezelf niet op en hou je energie voor alle drie de dagen. Vals plat en kleine klimmetjes deden we wel rennend. Toch bleef het dalen het leukste, dan voelt het echt alsof je vliegt of danst door het Heuvelland. Wat we ons overigens niet gerealiseerd hadden, was dat er tot bijna het einde steile klimmetjes waren. Na het Drielandenpunt is het dus niet dalen, maar 100 keer dalen-klimmen-dalen-klimmen-dalen. Zelfs in de afdaling van Noorbeek naar Maastricht, op dag drie, zaten nog een paar venijnige klimmetjes.
Groeten
Onderweg kletsten we veel, of genoten we in stilte van de natuur. Voorbijgangers reageerden allen vriendelijk, ze moedigden ons aan, vroegen vaak waar we heen gingen en waren verrast toen ze hoorden waar we vandaan kwamen of heen gingen. We kwamen ook veel wandelaars tegen die het Krijtlandpad of een andere route liepen. Alle lopers groeten elkaar, ongeacht of je met zware bepakking wandelt of met een licht rugzakje rent.
Na drie dagen kwamen we in Maastricht aangerend, dat voelde heel bijzonder. Daar merkten we ook dat afstanden relatief en vooral een mentaal ding zijn. Waar we fluitend 30 kilometer per dag door de heuvels renden, bleek de laatste 8 kilometer langer dan verwacht. We waren per ongeluk een doodlopend stuk natuur in gerend, moesten terug en daarna een extra lus rennen die we tevoren niet hadden gezien. Gelukkig was er de beloning, met de laatste kilometers langs de Maas en een heerlijk terras in Maastricht. Wat een feest, wat een geweldig renavontuur en wat een goed idee …. trailend over de heuvels van het Krijtlandpad. We raden het iedereen aan!