Zomer, zand en zee: NS-wandeling Kennemerduinen
"Het wordt weer eens tijd voor een duinwandeling", zeggen we tegen elkaar in de redactievergadering. Het is zomer en daar hoort zand en zee bij. Oh ja, en kunnen we ook nog een verhaal maken over mooie stationnetjes? Voor ik het weet zeg ik toe de NS-wandeling Kennemerduinen te lopen. Een wandeling met als eindpunt het prachtige stationnetje Overveen.
Kennemerduinen © Lea van Someren
Midden Herenduin
Deze wandeling volgt voor een groot deel de wit-rode markering van het Nederlands Kustpad (deel 2) en begint in Santpoort Noord. Het voormalig landgoed Midden Herenduin is onderdeel van het Nationaal Park Zuid-Kennermerland. Dit park omvat, naast de Kennemerduinen zelf, het landgoed Duin en Kruidberg en brede stranden. De Kennermerduinen wordt begraasd door ‘grote grazers’ als Schotse hooglanders, Konikpaarden en Shetlandponys. Tijdens mijn wandeling zie ik alleen hun uitwerpselen, maar staan ze op je pad, aai en voeder ze dan niet. Loop er met een grote boog omheen. Het zijn en blijven tenslotte wilde onvoorspelbare dieren. In de restanten van de bunkers die onderdeel vormden van de Atlantikwall huizen nu vleermuizen.
Ondanks de grote hoeveelheid regen in april en mei dit jaar lijkt het Grote Bos kurkdroog. Het duinzand weet wel raad met regen. Een breed bospad slingert door het Grote Bos. Na ruim twee kilometer voegt het pad zich een stukje bij de fietsers om de tankgracht uit de Tweede Wereldoorlog te kruisen, maar al snel gaat het klinkerpad naar links en gaat mijn route via een schelpenpad rechtdoor. Nu begint het echt op een duinengebied te lijken: heuveltje op en af, mul zand, struiken met vervaarlijke doorns, maar nog prachtig in bloei.
Kennemerduinen © Lea van Someren
Mul zand en een prachtig uitzicht
Na dik een uur lopen, kruis ik fietspad Zeeweg en beland ik in vochtiger gebied. Het oorspronkelijke pad is door modder niet te belopen en meerdere wandelaars hebben al olifantenpaadjes gecreëerd. Het lijkt simpel maar plots sta ik midden tussen de doornige struiken en is er geen olifantenpaadje meer te bekennen. Achter mij is ook een wandelaar alleen en we zijn min of meer de weg kwijt. Zij heeft een print van een andere route en vertelt dat ze het eerste uur al kwijt was om het pad te vinden. Met mijn gps als richtingaanwijzer weet ik de route snel weer op te pikken. Ze vertelt dat ze traint voor de Camino de Santiago waar ze in juni aan begint.
Na een forse klim, wegglijdend in het mulle zand, bereik ik hijgend een prachtig uitzichtpunt. Een goed moment om een foto te maken en om op adem te komen. Zij loopt verder op basis van haar beschrijving en pakt het moerassige pad door Zuidervlak om tot de doorsteek naar het strand te komen. Mijn route volgt hier het fietspad Zeeweg. Dat lijkt een verstandig besluit, want halverwege zie ik haar keren en ook het fietspad nemen. Haar conditie is duidelijk beter dan de mijne, want ze haalt me al snel in en samen zwoegen we de duin op. Boven nemen we afscheid. Ik ga naar links richting Zandvoort en Overveen en zij zegt dat ze naar rechts moet om bij strandpaviljoen Parnassia aan Zee te geraken.
Het volgende deel van de route loop ik op het strand tot mijn doorsteek terug het duin in. Hier schrik ik een beetje: ik loop namelijk het terras op van Parnassia! Oei, de dame is echt de verkeerde kant op gelopen. Ik hoop voor haar dat ze het snel ontdekt heeft.
Station Overveen © Lea van Someren
Station Overveen
Ook hier loop ik weer door een prachtig afwisselend duingebied. Forse klimmetjes die me toch even de adem benemen, maar ook uitzichten die ongeveer hetzelfde effect hebben. Vanaf de Hazenberg kijk ik op het Vogelmeer. Dit meer doet zijn naam eer aan, maar het beloofde ijsvogeltje zie ik niet. In het noorden de schoorstenen van Tata Steel, in het zuiden Zandvoort. Laat je je blik van west naar oost gaan, dan is het verschil in begroeiing goed te zien: van stevige zout- en windbestendige grassen naar begroeiing die daar minder tegen kan. Bomen vind je nog verder landinwaarts. De rest van de route is geheel in stijl: duin op, duin af. Het is een goede training voor Santiago, dunkt mij.
Na een wandeling van bijna 16 kilometer bereik ik het stationnetje Overveen. Helaas geen mooi plaatje van de voorkant, want het gebouw staat deels in de steigers. Het kleine stationnetje is gebouwd in 1881. Aan de perronzijde geen steigers, maar wel een zonnig terras en dat geeft me de gelegenheid om even een drankje te nuttigen voor ik de trein terug neem.
Al met al was het een mooie maar pittige wandeling, niet vanwege de lengte, maar door het losse duinzand en het stijgen en dalen.