Waar wandel je?

Het terrein maakt een groot verschil voor het soort wandelschoen dat je kiest. Wandel je in de Nederlandse bossen, of trek je liever de bergen in? Er zijn verschillende categorieën, van A tot D, die je vertellen voor welk terrein de wandelschoen geschikt is:

● Categorie A: deze wandelschoenen zijn geschikt voor vlak en licht glooiend terrein. Denk aan een wandeling over het strand, door het bos of in de stad. Het zijn lichte schoenen die soepel aanvoelen.

● Categorie A/B: wandel je graag in heuvelachtige gebieden? Dan is categorie A/B een goede keuze. De halfhoge schacht zorgt voor extra stabiliteit, maar de schoen is vrij licht en geeft voldoende bewegingsruimte.

● Categorie B: voor heuvels en bergen is categorie B erg geschikt. De wandelschoen is iets stugger dan de bovengenoemde categorieën en zorgt voor voldoende stabiliteit voor een lange bergwandeling.

● Categorie C: ga je meerdere dagen wandelen door hooggebergte? Kies dan voor een wandelschoen met categorie C. De stugge zool en hoge schacht zorgen voor voldoende steun, ook als je een zware rugtas meeneemt. Deze schoen is wat stijver en zwaarder dan categorie A, A/B en B. Ook kun je hier stijgijzers op plaatsen als je op je tocht ijs tegenkomt.

● Categorie D: dit zijn de echte heavy duty wandelschoenen. Ze zijn geschikt voor lange wandelingen door rotsen, sneeuw en ijs. Ze zijn dan ook gemaakt voor stijgijzers en zijn extra robuust. Dit zorgt voor voldoende ondersteuning bij extreme expedities.

Hoe breed zijn je voeten?

Wandelschoenen moeten ruim genoeg zijn. Vaak kies je dan ook voor een maat groter dan je normale schoenmaat. Als je veel wandelt, kunnen je voeten namelijk uitzetten. Krappe, knellende wandelschoenen kunnen zorgen voor onder andere voetpijn of blaren.

Heb je smalle voeten? Kies dan voor schoenwijdte E of F. Schoenwijdte G is geschikt voor een normale voetbreedte. Voor bredere voeten zijn schoenwijdte H of J een betere keuze. Bijzonder brede voeten kunnen beter kiezen voor schoenwijdte K of M. Als je niet weet hoe breed je voeten zijn, kan je dit in veel outdoorwinkels laten meten.

Andere eigenschappen

Er zijn veel wandelschoenen beschikbaar met aanvullende eigenschappen. Denk bijvoorbeeld aan waterdichtheid, als je regelmatig door natte gebieden en over onverharde paden loopt.

Ook kan een wandelschoen met ademend vermogen erg fijn zijn, zodat je voeten niet oververhit raken. Zweetvoeten kunnen de kans op blaren en kalknagels namelijk vergroten, door de vochtige omgeving. Je kunt een kalknagel behandeling gebruiken om de kalknagel te behandelen en verspreiding te verminderen, maar waarschijnlijk wil je de kans hierop zo klein mogelijk maken. Daarom kunnen ademende schoenen en speciale wandelsokken een uitkomst zijn.

Heb je je eigen inlegzooltjes? Dan kan een wandelschoen met uitneembare zool handig zijn. Zo kun je ze gemakkelijk omwisselen, zodat je extra comfortabel loopt.

Goed voorbereid op pad

Blaren, vermoeide voeten en andere vervelende klachten kunnen veel invloed hebben op je wandelplezier. Gelukkig kan je de kans hierop verkleinen door een goed paar wandelschoenen aan te schaffen. Door rekening te houden met de bovenstaande factoren, kies je wandelschoenen die helemaal bij je passen.